Welkom
Welkom!! Dit is de blog van de mediatheek van de Sociale School Heverlee / Hogeschool UCLL.
Tagcloud
Amnesty International
arbeidsmarkt
Armoede
boeken
Brussel
communicatie
cultuur
cursussen
debat
demografie
deontologie
diversiteit
DOAJ
duurzame ontwikkeling
e-books
e-culture
economie
erfgoed
ethische aspecten
Europese Unie
films
filosofie
foto's
gehandicapten
gevangenen
gezondheidsdoelstellingen
gezondheidszorg
huisvesting
IASSW
ICSW
IFSW
IFTTT
informatievaardigheden
jongeren
levensverwachting
LexisNexis
lezingen
losbladige naslagwerken
mensenrechten
migratie
multimedia
naslagwerken
OCMW
OESO
ontwikkelingssamenwerking
op
Open Access
opleidingen
OSE
ouderen
Pearl Trees
personeelswerk
politiek
POW
preventie
psychologie
Sacharovprijs
samenlevingsopbouw
seksualiteit
Sociale School Heverlee
sociale wetgeving
sociologie
spelmateriaal
statistisch materiaal
straathoekwerk
studiedagen
Studielandschap SSH
taal
tentoonstellingen
The British Journal of Social Work Current Issue
thuislozen
thuiszorg
tijdschriftartikels
Unesco
Verslaving
vluchtelingen
VN-Klimaatconferentie
vrijwilligerswerk
vrouwenstudies
welzijnswerk
werelddagen
werkloosheid
Zoeken in deze blog:
maandag 18 januari 2021
De stem van onze generatie tijdens de coronacrisis
De stem van onze generatie tijdens de coronacrisis / Sofie De Coker, Stefanie Dens & Magali Van Coppenolle. Vrijdaggroep, 2020.
"18 maart 2020 gaat België in lockdown. Een week na het eerste dodelijke COVID19-slachtoffer in ons land. Scholen, horeca en niet-essentiële winkels worden gesloten. Burgers moeten thuisblijven en contact met de buitenwereld maximal vermijden. Niet veel later komen er grenscontroles.De drastische maatregelen die ons land neemt om onze maatschappij veilig te stellen, zijn van ongekende ordegrootte. Hoe onzeker deze periode ook is, het staat buiten kijf dat een dergelijke crisis ook kansen biedt. Tijdens noodsituaties toont de mens zich uiterst creatief en veerkrachtig. Het is hét moment om opnieuw te evalueren hoe we leven, om beslissingen in een nieuw perspectief te zien. Om ontevredenheid die al langer leeft, om te zetten in verandering. En de werkelijkheid liegt er niet om: nieuwe ‘corona-initiatieven’ schieten als paddenstoelen uit de grond. Maar heeft de coronacrisis ook het potentieel om als momentum te dienen voor een structurele maatschappelijke verandering? Welke ideeën zullen dan tot langdurige veranderingen leiden, en waar komen ze vandaan? En zullen die veranderingen ons ook mobiliseren tegen de andere grote uitdagingen van onze tijd? Wat als we even drastisch zouden optreden voor die problematieken, als we nu deden tijdens de coronacrisis? Het is met die gedachte dat de Vrijdaggroep op onderzoek trok bij hun generatie: millennials tussen de 24 en 35 jaar. Dit rapport is het resultaat van dit onderzoek."
"18 maart 2020 gaat België in lockdown. Een week na het eerste dodelijke COVID19-slachtoffer in ons land. Scholen, horeca en niet-essentiële winkels worden gesloten. Burgers moeten thuisblijven en contact met de buitenwereld maximal vermijden. Niet veel later komen er grenscontroles.De drastische maatregelen die ons land neemt om onze maatschappij veilig te stellen, zijn van ongekende ordegrootte. Hoe onzeker deze periode ook is, het staat buiten kijf dat een dergelijke crisis ook kansen biedt. Tijdens noodsituaties toont de mens zich uiterst creatief en veerkrachtig. Het is hét moment om opnieuw te evalueren hoe we leven, om beslissingen in een nieuw perspectief te zien. Om ontevredenheid die al langer leeft, om te zetten in verandering. En de werkelijkheid liegt er niet om: nieuwe ‘corona-initiatieven’ schieten als paddenstoelen uit de grond. Maar heeft de coronacrisis ook het potentieel om als momentum te dienen voor een structurele maatschappelijke verandering? Welke ideeën zullen dan tot langdurige veranderingen leiden, en waar komen ze vandaan? En zullen die veranderingen ons ook mobiliseren tegen de andere grote uitdagingen van onze tijd? Wat als we even drastisch zouden optreden voor die problematieken, als we nu deden tijdens de coronacrisis? Het is met die gedachte dat de Vrijdaggroep op onderzoek trok bij hun generatie: millennials tussen de 24 en 35 jaar. Dit rapport is het resultaat van dit onderzoek."
Whither Social Rights in (Post-)Brexit Europe?
Whither Social Rights in (Post-)Brexit Europe? / Matthew Donoghue & Mikko Kuisma. Social Europe Publishing and the Friedrich-Ebert Stiftung, 2020.
"With the United Kingdom’s departure from the European Union, it is appropriate to reflect on the future social pathways now open to the European Union, made more possible perhaps by the UK’s exit. For example, could Brexit result in an EU in which considerations of social citizenship and rights are elevated up the agenda in Brussels? Could the EU’s focus hitherto on ever-closer economic union and international competitiveness be shifted towards the European Pillar of Social Rights so as to strengthen it, make it more tangible in citizens’ lives and central to a renewed EU agenda? A reinvigorated social Europe may yet arise from the Covid-19 pandemic and its tragic consequences owing to a widespread, recovered recognition, not only of the state’s positive role in managing such crises, but of how it can play a decisive, transformative role in our lives for the better. This book correctly emphasises the need to place the future of social rights in Europe front and centre in the post-Brexit debate, to move on from the economistic bias that has obscured our vision of a progressive social Europe. I welcome, too, the inclusion of chapters examining the consequences of Brexit on Irish-British relations, as well as its socio-economic implications for households and families, and the complexities of migration within and beyond the EU—all issues that were regrettably overlooked in the pre-Brexit, rancorous debate. New ideas are now available—ideas based on equality, universal public services, equity of access, sufficiency, sustainability—that will allow for a social Europe embedded in an alternative paradigm of social economy within ecological responsibility, now so urgently desired across the streets of Europe. Out of the wreckage and tragedy of Covid-19, let us all work together with an enhanced spirit of commitment to the delivery of social rights for all Europeans."
zaterdag 16 januari 2021
Re-thinking Mobility Poverty
Re-thinking Mobility Poverty: understanding Users' Geographies, Backgrounds and Aptitudes / Tobias Kuttler & Massimo Moraglio. Routledge, 2021.
"This book seeks to better conceptualise and define mobility poverty, addressing both its geographies and socio-economic landscapes. It moves beyond the analysis of ‘transport poverty’ and innovatively explores mobility inequalities and social construction of mobility disadvantages. The debate on mobility poverty is gaining momentum due to its role in triggering social exclusion and economic deprivation. In this light, this book examines the social construction of mobility poverty by delving into mobility patterns and needs as they are differently experienced by social groups in different geographical situations. It considers factors such as the role of transport regimes and their social value when analysing the social construction of individual´s mobility needs. Furthermore, the gaps between articulated and unarticulated needs are identified by observing actual travel patterns of individuals. The book offers a comparison of the global phenomenon through fieldwork conducted in six different European countries – Greece, Portugal, Italy, Luxembourg, Romania and Germany. This book will be useful reading for planners, sociologists, geographers, mobility/transport researchers, mobility advocates, policy-makers and transport practitioners."
"This book seeks to better conceptualise and define mobility poverty, addressing both its geographies and socio-economic landscapes. It moves beyond the analysis of ‘transport poverty’ and innovatively explores mobility inequalities and social construction of mobility disadvantages. The debate on mobility poverty is gaining momentum due to its role in triggering social exclusion and economic deprivation. In this light, this book examines the social construction of mobility poverty by delving into mobility patterns and needs as they are differently experienced by social groups in different geographical situations. It considers factors such as the role of transport regimes and their social value when analysing the social construction of individual´s mobility needs. Furthermore, the gaps between articulated and unarticulated needs are identified by observing actual travel patterns of individuals. The book offers a comparison of the global phenomenon through fieldwork conducted in six different European countries – Greece, Portugal, Italy, Luxembourg, Romania and Germany. This book will be useful reading for planners, sociologists, geographers, mobility/transport researchers, mobility advocates, policy-makers and transport practitioners."
donderdag 14 januari 2021
Wonen met een beperking. Onderzoek naar de mogelijke invloed van de invoering van de persoonsvolgende financiering
Schepers, W., Van den Broeck, K., & Winters, S. (2020). Wonen met een beperking. Onderzoek naar de mogelijke
invloed van de invoering van de persoonsvolgende financiering. Ontwerpversie november 2020. Leuven:
Steunpunt Wonen.
"De voorbije decennia is de visie van het beleid op de situatie van personen met een beperking sterk geëvolueerd. De persoon met een beperking kwam meer centraal staan en de zorg evolueerde van een aanbodgestuurde naar een vraaggestuurde benadering. De belangrijkste wijzigingen voor de financiering van de zorg waren de invoering van de persoonsvolgende financiering (in 2017) en voor de financiering van de wooninfrastructuur de vervanging van de vroegere investeringssubsidie door een infrastructuurforfait dat niet meer wordt uitbetaald op het moment van de investering, maar pas wanneer een persoon met een beperking gebruik maakt van de infrastructuur. Van dergelijke wijzigingen kan men verwachten dat ze impact hebben op woonwensen, -keuzes en mogelijk ook kosten van personen met een beperking. Bovendien vraagt zo’n belangrijke beleidswijziging ook een nadere afstemming tussen het woonbeleid en zorgbeleid. Om deze discussie te kunnen voeren, is het aangewezen meer informatie te hebben over de gevolgen, zowel voor de persoon in kwestie als voor de aanbieders van wonen en zorg. Naast een overzicht van de relevante wetgeving en een beschrijving van vernieuwende initiatieven die zich op het terrein ontwikkelen, biedt dit rapport uitgebreide informatie over hoe en waar personen met een beperking wonen, wat ze betalen voor wonen en wat de voornaamste knelpunten zijn. Omwille van de beperkte beschikbaarheid van administratieve data werden hierover nieuwe gegevens verzameld via vier bevragingen: bij de aanbieders (SHM’s, SVK’s en vergunde zorgaanbieders) en bij de vragers (personen die een persoonsvolgend budget ontvangen). Omwille van diverse methodologische beperkingen moeten de resultaten van deze bevragingen als indicatief worden beschouwd. Ongeveer twee op drie personen die een persoonsvolgend budget ontvangen, wonen in een individuele woning, alleen of samen met andere gezinsleden. In lijn met onderzoek over wonen in het algemeen stellen we vast dat de woonsituatie het minst gunstig is op de private huurmarkt. Personen met een beperking die privaat huren, hebben relatief hogere kosten en een grotere kans op betaalbaarheidsproblemen, de kwaliteit van de woningen lijkt minder goed en een zeer groot deel van de woningen lijkt niet aangepast aan de beperking. In vergelijking met deze groep ondervinden sociale huurders minder problemen, en ook de groep die een eigen woning bewoont, komt relatief goed uit de vergelijking. Ongeveer één op drie budgethouders verblijft in een collectieve woonvorm, waar ze samenwonen met andere personen met een beperking. De hoogte van de woonkosten voor deze groep blijft voorlopig een blinde vlek in de informatie. Ook de vraag wat de effectieve impact is van de wijzigingen in de financiering op de woonsituatie, konden we om diverse redenen moeilijk beantwoorden. Dit is deels omdat de wijzigingen nog recent zijn. Maar het is ook zo omdat de wijzigingen op het veld al langer zichtbaar waren en de aanpassing in de financiering er mede is gekomen om deze evoluties mogelijk te maken. Oorzaak en gevolg zijn dus moeilijk te scheiden. Wat dit onderzoek wel kan bieden, is een meer verfijnd beeld van de evoluties die zich afspelen op het terrein. Op diverse manieren werd duidelijk hoe de voorbije jaren een aantal klassieke scheidingslijnen (tussen wonen en zorg, tussen aanbieders, tussen samenlevingsvormen) zijn vervaagd en in de toekomst waarschijnlijk nog verder zullen vervagen. Dit is o.a. zichtbaar in vernieuwende kleinschalige woonvormen en in diverse vormen van samenwerking tussen actoren op de domeinen wonen en zorg. In de praktijk botsen deze nieuwe samenwerkingen nog vaak op de grenzen van de reglementering. Eén van de centrale kwesties voor het beleid de toekomende jaren zal de vraag zijn hoe met deze grenzen om te gaan. Het rapport levert informatie die kan helpen om hierover het gesprek te voeren."
"De voorbije decennia is de visie van het beleid op de situatie van personen met een beperking sterk geëvolueerd. De persoon met een beperking kwam meer centraal staan en de zorg evolueerde van een aanbodgestuurde naar een vraaggestuurde benadering. De belangrijkste wijzigingen voor de financiering van de zorg waren de invoering van de persoonsvolgende financiering (in 2017) en voor de financiering van de wooninfrastructuur de vervanging van de vroegere investeringssubsidie door een infrastructuurforfait dat niet meer wordt uitbetaald op het moment van de investering, maar pas wanneer een persoon met een beperking gebruik maakt van de infrastructuur. Van dergelijke wijzigingen kan men verwachten dat ze impact hebben op woonwensen, -keuzes en mogelijk ook kosten van personen met een beperking. Bovendien vraagt zo’n belangrijke beleidswijziging ook een nadere afstemming tussen het woonbeleid en zorgbeleid. Om deze discussie te kunnen voeren, is het aangewezen meer informatie te hebben over de gevolgen, zowel voor de persoon in kwestie als voor de aanbieders van wonen en zorg. Naast een overzicht van de relevante wetgeving en een beschrijving van vernieuwende initiatieven die zich op het terrein ontwikkelen, biedt dit rapport uitgebreide informatie over hoe en waar personen met een beperking wonen, wat ze betalen voor wonen en wat de voornaamste knelpunten zijn. Omwille van de beperkte beschikbaarheid van administratieve data werden hierover nieuwe gegevens verzameld via vier bevragingen: bij de aanbieders (SHM’s, SVK’s en vergunde zorgaanbieders) en bij de vragers (personen die een persoonsvolgend budget ontvangen). Omwille van diverse methodologische beperkingen moeten de resultaten van deze bevragingen als indicatief worden beschouwd. Ongeveer twee op drie personen die een persoonsvolgend budget ontvangen, wonen in een individuele woning, alleen of samen met andere gezinsleden. In lijn met onderzoek over wonen in het algemeen stellen we vast dat de woonsituatie het minst gunstig is op de private huurmarkt. Personen met een beperking die privaat huren, hebben relatief hogere kosten en een grotere kans op betaalbaarheidsproblemen, de kwaliteit van de woningen lijkt minder goed en een zeer groot deel van de woningen lijkt niet aangepast aan de beperking. In vergelijking met deze groep ondervinden sociale huurders minder problemen, en ook de groep die een eigen woning bewoont, komt relatief goed uit de vergelijking. Ongeveer één op drie budgethouders verblijft in een collectieve woonvorm, waar ze samenwonen met andere personen met een beperking. De hoogte van de woonkosten voor deze groep blijft voorlopig een blinde vlek in de informatie. Ook de vraag wat de effectieve impact is van de wijzigingen in de financiering op de woonsituatie, konden we om diverse redenen moeilijk beantwoorden. Dit is deels omdat de wijzigingen nog recent zijn. Maar het is ook zo omdat de wijzigingen op het veld al langer zichtbaar waren en de aanpassing in de financiering er mede is gekomen om deze evoluties mogelijk te maken. Oorzaak en gevolg zijn dus moeilijk te scheiden. Wat dit onderzoek wel kan bieden, is een meer verfijnd beeld van de evoluties die zich afspelen op het terrein. Op diverse manieren werd duidelijk hoe de voorbije jaren een aantal klassieke scheidingslijnen (tussen wonen en zorg, tussen aanbieders, tussen samenlevingsvormen) zijn vervaagd en in de toekomst waarschijnlijk nog verder zullen vervagen. Dit is o.a. zichtbaar in vernieuwende kleinschalige woonvormen en in diverse vormen van samenwerking tussen actoren op de domeinen wonen en zorg. In de praktijk botsen deze nieuwe samenwerkingen nog vaak op de grenzen van de reglementering. Eén van de centrale kwesties voor het beleid de toekomende jaren zal de vraag zijn hoe met deze grenzen om te gaan. Het rapport levert informatie die kan helpen om hierover het gesprek te voeren."
Labels:
e-books,
gehandicapten,
huisvesting
Bekend maakt bemind
Bekend maakt bemind: het wat en waarom van sociaal contact tussen mensen die verschillen in afkomst en religie / Ron van Wonderen & Hanneke Felten. Kennisplatform Integratie & Samenleving, 2020.
"Ontmoetingen tussen mensen die van elkaar verschillen in afkomst en religie worden op allerlei plekken in Nederland georganiseerd. Op scholen, op het werk, bij de sportclub maar vooral in buurten en wijken komen mensen bij elkaar en leren ze elkaar kennen. Dit is een beproefde methode om onder andere vooroordelen tegen te gaan en scheidslijnen tussen groepen te overbruggen. Maar hoe en wanneer werkt dit? In deze publicatie voor onder meer gemeenten, sociale professionals en actieve burgers zetten we de theorie uiteen en geven we concrete tips voor in de praktijk. Nederland is al zeker vijf eeuwen een migratieland. Maar het goed en prettig samenleven tussen mensen die van elkaar verschillen in etnische, culturele en religieuze achtergronden heeft wel vaak een duwtje in de goede richting nodig. Volgens wetenschappelijk onderzoek kan dit door sociale contacten tussen mensen met verschillende etnische, culturele en religieuze achtergronden (hierna te noemen: interetnisch contact) te bevorderen. Hierdoor kunnen stereotypen en negatieve beelden worden doorbroken. Lees er meer over in deze publicatie."
dinsdag 12 januari 2021
The Image of Africa in Ghana’s Press
The Image of Africa in Ghana’s Press / Michael Yao Wodu Serwornoo. OBP, 2021.
“The Image of Africa in Ghana’s Press is a comprehensive and highly analytical study of the impact of foreign news organisations on the creation of an image of Africa in its own press. Identifying a problematic focus on the Western media in previous studies of the African media image, Serwornoo uses the Ghanaian press as a case study to explore the effects of centuries of Afro-pessimistic discourse in the foreign press on the continent’s self-description. This study brings together a number of theoretical approaches, including newsworthiness, intermedia agenda setting, postcolonial theory and the hierarchy of influences, to question the processes underpinning the creation of media content. It is particularly innovative in its application of the methodological frameworks of ethnographic content analysis and ethnographic interview techniques to unveil the perspectives of journalists and editors. The Image of Africa in Ghana’s Press presents a vital contribution of the highest academic standard to the growing literature surrounding Afro-pessimism and postcolonial studies. It will be of great value to scientists in the field of journalism studies, as well as researchers interested in the merging of journalism research, postcolonial studies, and ethnography.”
Sociale zekerheid als lotsverbondenheid
Sociale zekerheid als lotsverbondenheid / Matthias Somers. Minerva Paper 2021/01.
Deze analyse verscheen in een licht gewijzigde versie en in Franse vertaling in Revue Politique (2020:4)
zondag 10 januari 2021
IFLA Statement on Libraries and Open and Good Governance
" Relating to Sustainable Development Goal 16 – peace, justice and strong institutions – IFLA’s new Statement on Libraries and Open and Good Governance provides recommendations for government and others on how to make the most of library and information services to improve policy-making and implementation. The statement was endorsed by the IFLA Governing Board on 11 December 2020, and is available to IFLA’s Members and others for use in advocacy. In its preparation, the statement benefitted from input from IFLA's Government Information and Official Publications, Government Libraries, Law Libraries and Library and Research Services for Parliaments Sections. "
Jaarverslag betreffende het contentieux van België voor het Europees Hof voor de Rechten van de Mens 2019
"Dit verslag wil informatie bieden over het contentieux van België voor het Europees Hof voor de Rechten van de Mens en duiding geven bij de mogelijke impact ervan op nationaal niveau."
Abonneren op:
Posts (Atom)